A.D. Goedegebuure

Opdat wij niet vergeten

Home Omhoog Site wijzigingen Links Bronnen Disclaimer

Omhoog
Contacten met Dhr Goedegebuure

Oud-strijder: A. D. (Bram) Goedegebuure. (*19-11-1913 - † 08-12-2003)

 De heer Goedegebuure heeft zijn leven lang in provincie Zeeland gewoond, op het eiland Tholen, en wel in het mooie rustige dorpje, Sint Annaland.

Hij was een van de eerste Oudstrijders, van de compagnie 3-3-14RI, die in Den Dungen was teruggekomen en na de oprichting van het monument op de Poeldonk aanwezig was om zijn gesneuvelde makkers te gedenken.

In een brief van 12 Juli 1970 wordt aan de heer Goedegebuure medegedeeld, dat er in Den Dungen een monument is opgericht.

De brief is afkomstig van de heer W. v Doorn, penningmeester van VeViVo.

Deze brief is samengevat:

“De foto die u hierbij aantreft (dus een foto erbij gedaan) is het gedenkteken dat ter gelegenheid van de 25 jarige bevrijdingsfeesten is geplaatst. Op de plek die in Den Dungen het middelpunt moet zijn geweest van de meidagen 1940, waar op de 12e mei gevechtshandelingen hebben plaatsgevonden. In een oorlog waar u, naar ik goed ben ingelicht bij betrokken was”. Verder in zijn brief, “Hopende dat deze late attentie u enige voldoening geeft voor de ongetwijfeld angstige uren die u op Dungense grond moest beleven”.

"Namens het bestuur ”VeViVo”, in samenwerking met de Dungense Heemkunde kring”.

De oorlog en de watersnoodramp in 1953 hebben bij de heer Goedegebuure, flink parten gespeeld in zijn leven, waar hij nu nog steeds aan terug denkt. Twee keer is hij in Den Dungen daardoor geëvacueerd (hier kom ik later op terug)

Hij kent Den Dungen, en is door de jaren heen altijd een graag geziene gast geweest.

Een rustige en hardwerkende landbouwer, die heel veel heeft meegemaakt tijdens zijn leven, hoopt dit jaar 90 jaar te worden in zijn verzorgingstehuis.

Ondanks alles geniet hij, gevoed door herinneringen aan de vele vrienden (waarvan velen uit Den Dungen) en de herdenkingen die hij heeft mee heeft mogen maken op de Poeldonk. Een heel tevreden maar vooral een eerlijk persoon, waar ik graag mee in gesprek ben. Heel veel respect heb ik voor deze man.

Ik ben er meermaals met enkelen van mijn familieleden op bezoek geweest. Steeds was er een hartelijke ontvangst en was A. D. zeer blij met ons bezoek vanuit Den Dungen. Ook zijn kinderen zijn er dan dikwijls bij (wat hij fijn vindt) om ons ter woord te staan, zodat het steeds gezellig was tijdens ons bezoekje.

De heer Goedegebuure heeft tijdens de oorlog een memorie gemaakt, waarvan ik het voorrecht heb gekregen om deze op mijn website te mogen plaatsen.

Samenvatting, uit zijn memorie.

In de zomer, op 29 augustus werd de heer A.D. Goedegebuure opgeroepen om zich in Vlissingen bij de 14 Regiment Infanterie te melden. Hij werd daar voorzien van wapens kleding en dekens, enz.

Op 31 Augustus ging hij per trein richting Oss:

"We zijn daar uitgestapt en na 10 km lopen in Megen aan de Maas aangekomen. Wij werden daar gelegerd in boerenschuren en ieder kreeg een grote bos roggestro als slaapplaats. Na drie weken zijn we daar vertrokken naar de 'Generaal De Bonskazerne' aan de Graafse weg, dat toen een pas nieuwe kazerne was. Er konden daar 2000 militairen gelegerd worden.

Bataljonscommandant was Majoor Döbken en compagniecommandant, kapitein Wissels. Mijn groepscommandant was beroepssergeant, Jan Jansen van Dam. We waren onderverdeeld in twee bataljons infanterie(2+3-14 RI)

De tijd werd gevuld met flinke marsen lopen met geweer ransel en met volle bepakking. Ook moesten wij lopen graven rond de Kazerne, en stellingen maken langs riviertje de Raam.

Deze Raamstelling liep van het stadje Grave in zuidelijke richting door de Peel langs het riviertje de Raam.

De winter van 1939/1940 was zeer streng. Met soms 15 tot 20 graden vorst moest ik wachtlopen. Met wachtdienst stond ik 4x 2uur buiten en dat was geen lolletje. In de rivier de Raam werd het ijs 25 cm. dik. Met ijszagen werd het rivier open gehouden.

Op 11 November kregen we groot alarm omdat de Duitsers van plan waren ons aan te vallen. Vanaf die tijd moesten we veel wachtlopen in de nacht. Ook over het water hield ik met drie anderen de wacht in een bootje dat ’De Pietta’ genaamd was. De grote Maasbrug werd vanaf die tijd extra bewaakt. Zonodig moest deze brug vernietigd worden met de springlading die inmiddels aan de brug was bevestigd. Met de 'Pietta' moesten wij steeds onder die Maasbrug varen om de lading te controleren of alles nog goed bevestigd was.

Geregeld hoorde wij ook, dat er lichtsignalen werden waargenomen. De Duitsers bespieden namelijk stiekem, hoe onze grensverdediging in elkaar zat. Achteraf wisten de Duitsers drommels goed waar de zwakke plekken en de vitale punten in onze verdediging zaten.

Op 7 Mei was er weer een groot alarm en iedereen moest voor dag en nacht naar de loopgraven. Van slapen kwam dan ook niets van. Ook schoenen en sokken gingen niet uit.

Op 10 Mei, toen ik om 4 uur ‘s-Morgens afgelost werd, kwamen de eerste zwermen Duitse vliegtuigen over. Waar door de luchtafweer op werd geschoten. Dit kon alleen maar betekenen: De oorlog is begonnen.

Vanuit het plaatsje Mill en het 7 km verderop gelegen Oefelt, hoorde wij kanongebulder. Kort daarop werd de Maasbrug bij Grave opgeblazen, zodat van die kant geen vijand te verwachten was.

Op het postkantoor hoorde ik, dat de kapitein huilend zijn vrouw opbelde en afscheid nam.  Zelf heb ik toen een brief naar huis en één naar mijn vader en moeder geschreven, deze brieven zijn pas 6 weken later aangekomen.

In de laten uren kwam het bericht binnen, dat ons bataljon Grave moest verlaten. Precies om 12 uur ’s-nachts is ons hele bataljon toen vertrokken. Dit moest wel in het donker gebeuren om ons uit het zicht van de Duitsers te houden.

Uit de richting van Escharen en vanuit de Maas - Waalstelling hoorde ik kanon gebulder. Ook zagen we grote branden richting Mill.

We moesten over de Graafse weg naar Den Bosch om achter de Zuid-Willemsvaart, een nieuwe opstelling te maken. We hebben op dat hele eind van 40 km, maar één keer, in de buurt van Heesch, gerust en gegeten. Het was een mars van acht uur. Doordat ik al drie dagen mijn sokken en schoenen niet had uitgedaan, kreeg ik grote blaren op mijn voeten. Het leek wel of ik erwten in mijn schoenen had.

Door de zware bepakking en te weinig rust, raakte velen uitgeput, maar onze groepscommandant spoorde ons aan om vol te houden. ’s-Morgens om acht uur bereiken wij Den Bosch, waar we in een klooster (St. Jozefhuis) door de paters van eten en drinken werden voorzien. Wij moesten toen nog 6 km zuidwaarts naar het plaatsje Den Dungen om daar de brug over het kanaal te bezetten. Aan weerszijden van de brug gingen we ons in de kanaaldijk ingraven. We maakten schuttersputten met de schietrichting naar het oosten.

Die avond was er geen eten, want onze keukenwagen was van Den Bosch direct naar Tilburg gereden. De bewoners van de boerderijen waren geëvacueerd dus neusden we wat rond of er hier en daar iets te halen viel. Uit een welput haalden we 30 liter melk. Die nacht werd half wakend en half slapend doorgebracht. Sommige schoten op verdachte geluiden aan de overkant van het kanaal. Langs de weg achter ons, die naar Den Dungen liep, werden zware mitrailleurs opgesteld om ons rugdekking te geven wanneer de vijand soms doorgebroken mocht zijn.

In de morgen van 12 Mei, Pinksterzondag, omstreeks zes uur, werden we opgeschrikt door het geweldige schieten van zware mitrailleurs achter ons. Langs die weg waren Duitsers via Middelrode toch nog over het kanaal gekomen. Op motoren met zijspan probeerden ze ons in de rug aan te vallen.

Onze mitrailleurs gaven direct aanhoudend vuur op de motorrijders, met het gevolg dat met daverende kabaal de enen motor op de andere botst. Het was net of een porseleinkast in elkaar stortte. De gevolgen waren verschrikkelijk. Men hoorde de Duitsers grote brullen geven. Doden en gewonden lagen tussen de motoren op de weg.  

Onze bataljonscommandant, Majoor Döbken stuurde een afdeling soldaten naar de bewuste plaats. Er lagen vier of vijf dode Duitsers op de weg. Enkele licht gewonden werden krijgsgevangenen gemaakt. De gewonden werden door de huisarts uit Den Dungen verzorgd. De Duitsers die terug getrokken waren stelden zich weer echter opnieuw op om ons weer aan te vallen. Zij opende de aanval met mortiervuur, waardoor de granaten ook op onze stellingen vielen. Langs de weg vlogen vier grote boerderijen in brand. Het zag er voor ons niet best uit. Een Duits vliegtuig, gelukkig achter ons, dook naar beneden en ratelde een serie mitrailleurs kogels naar beneden en liet een bom vallen.

Het geraas van het duikende vliegtuig was oorverdovend. Het leek wel of de wereld verging.

Onze soldaten trokken zich terug naar de brug, maar Majoor Döbken gebood ons om ons te verspreiden. In het veld tussen de boerderijen werd Duitse infanterie waargenomen langs de weg.

Onze groepscommandant, sergeant Jan Jansen van Dam, kreeg de opdracht om door het veld links van de weg de aanval uit te voeren. Een ander deel deed dit aan de rechterkant.

Een derde groep, met de sergeant zelf aan het hoofd, nam de straatweg zelf. Langs een binnendijkje trokken we naar het aangewezen doel. Dit doel bestond uit weilanden met veel elzenhout langs de slootkanten. Hierdoor hadden we weinig zicht. Vervolgens ging het richting de vijand, die veel mitrailleurvuur en mortiergranaten op ons afvuurde.

Mijn groepscommandant, Jan Jansen van Dam, gaf oerkalm zijn bevelen aan ons door en liet ons sprongsgewijze oprukken.

Het Duitse vuur werd echter te hevig. Sergeant van Dam gelastte mij om naar luitenant Bom te gaan, die nog achter het dijkje langs het kanaal zat. Bom moest ons komen helpen. Luitenant Bom kwam direct mee.

Toen kwam net mijn groep teruggetrokken met de tijding dat sergeant van Dam was gesneuveld en dat mijn korporaal Jan Kwekel uit Spijkenisse, een granaatscherf in zijn been had gekregen. We trokken ons toen met z’n allen terug. Majoor Döbken, die met zijn mannen op de straatweg was, kreeg een schot door zijn hoofd en was opslag dood. Ordonnans van Lenten is ook in dat veld gesneuveld.

Daar het granaatvuur steeds heviger werd, kregen we het bevel om ons terug te trekken. Dit is ordelijk verlopen.

Vanzelfsprekend is ieder toen op eigen gelegenheid op huis aan gegaan. Bij de boeren werden we van eten voorzien en konden we in de schuur slapen. Tussen Tilburg en Breda zagen we op de straatweg onze keukenwagen, munitiewagen en materiaalwagen liggen. Deze waren gebombardeerd door de Duitse jagers. Dat dit onze wagens waren zagen wij, omdat er grote witte letters ons regimentnummer op de wagens stond geschreven:

'3e compagnie, 3e bataljon, 14e régiment infanterie'.

De hele afstand van 120 km heb ik met kapotte voet afgelegd, want de blaren in de vuile sokken gingen ontsteken. Thuis ben ik een week onder doktersbehandeling geweest en heb me daarna gemeld bij de burgemeester. Die kreeg op 22 Mei bericht dat ik mij moest melden bij Ameide, een plaats vlak bij Schoonhoven

Daar ben ik twee dagen geweest, want de Duitsers lieten toen alle krijgsgevangenen reeds los.

Tijdens het gevecht op 12 Mei 1940, in Den Dungen, op de Poeldonk, zijn er 8 Duitsers en 3 Nederlandse militairen gesneuveld.

In Juni 1940 ben ik op de fiets naar Den Dungen geweest om de kleren terug te brengen die ik had van de boeren die mij geholpen hadden."

Einde deze verkorte memorie.

Deze samenvatting is een gedeelte uit zijn memorie, waarvoor Dhr. Goedegebuure aan mij toestemming heeft gegeven. Daar had ik zijn schoonzoon, Han van Vossen voor benadert. Die heeft deze memorie voor zijn schoonvader samengevat en beschreven. Ik had hem uitgelegd waarom ik zijn memorie graag wilde, en of hij toestemming zou willen verlenen. Het gaat over de oorlog 1940-’1945, over oudstrijders die zoveel hebben meegemaakt, ik wil dat graag overbrengen aan alle mensen, maar vooral aan onze jongere, waarvan ik vind dat zij moeten kunnen lezen, via deze website, wat er is gebeurd tijdens de oorlog. En wat voor een verdriet die oorlog 1940-1945 heeft veroorzaakt.

Mede door schoonzoon, Han van Vossen, ook uit St. Annaland, mag gezegd worden, dat de tekst die nu op het monument staat van toepassing:

Opdat wij niet vergeten.

Bedankt hiervoor

Een samenvatting van de vele contacten met de heer A.D. Goedegebuure kunt u hier lezen.

Volgende pagina

 
Copyright © 2003-2017 by www.monumentpoeldonk.nl.
Website maintenance by DABBLER Productions NL

Laatste wijziging 20-08-2017 15:30:13

      Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is niet toegestaan om bovenstaande te gebruiken voor commerciële doeleinden.