Opdat wij niet vergeten |
De gebeurtenissen rondom de Indië-gangersTussen 1946 en 1951 moesten ook vele jonge Dungenaren uit onze parochie naar het Nederlands Oost-Indië om daar hun plichten te doen voor het Vaderland. De eerste dienstplichtige militair uit ons dorp die naar Indië vertrok was Harrie van Krey uit de Spekstraat Dat was op 24 september 1946. De eerste Indië-ganger die weer thuiskwam was Wim Kappen. Hij kwam op 3 september 1949 weer in Den Dungen aan. De meeste jongens bleven drie jaar of langer in Indië. Wat toch wel een zeer lange tijd was. Je moet je eens voorstellen: Als je vroeger verder kwam dan de dorpen rondom Den Dungen was je al redelijk ver van huis. Nu zaten onze Dungense jongens ver van huis ergens in Oost-Indië. Er was geen familie, geen of nauwelijks ontspanning en het was er altijd warm en heel gevaarlijk. Twee militairen uit ons parochie zijn er gesneuveld. Uit onze Parochie moesten 53 jongens naar Indië. Wat naar verhouding veel was op de toen ongeveer 3000 inwoners. Uit elke familie was wel ergens een militair die naar Indië is gegaan. De contacten tussen de jongens in Indië en families werden mede door het thuisfront onderhouden. Het schrijven van brieven en het sturen van boeken, kaarten, spelen, tabak, pakjes en vele lekkere dingen was hun werk. Ook werd er door het thuisfront grammofoonplaten opgenomen om groeten over te brengen. Deze werden ingesproken door de ouders, verloofden, families en vrienden. Dit alles was een heel grote steun voor onze jongens die zo ver van huis waren. Ook was er een maandblad "De Moeskrabber”. In dit blad, van het Katholiek thuisfront, stond veel informatie in te lezen voor de jongens die in Indië waren. Vanaf september 1949 kwamen er steeds jongens vanuit Indië weer thuis. Van alle onze Indië-gangers werd er een foto opgehangen in het Kapelleke op de Keer (Bosscheweg). Als een militair weer was thuis gekomen werd de foto van die militair daar weggehaald, zo kon je zien wie er nog weg waren. Elke Indië-ganger kreeg een cadeau bij zijn thuiskomst. Sommige kregen een nieuwe fiets. Anderen een horloge of iets anders ter herinnering aan hun thuiskomst. Deze cadeaus werden door buurtgenoten aangeboden. Er werd meestal een groot feest georganiseerd. Hun woningen werden versierd en er werd een ereboog aan de voordeur opgericht met de foto van hun zoon. Zij werden begroet met: “Welkom thuis” dat op een bord geschilderd was. De betreffende familie, vrienden, kennissen en de buurt kwamen naar het feest om de thuisgekomen persoon te feliciteren. |
|