Na de strijd

Opdat wij niet vergeten

Home Omhoog Site wijzigingen Links Bronnen Disclaimer

Omhoog

De Poeldonk na de strijd 12 mei1940.

Na de strijd was het op de Poeldonk inmiddels rond het 11.00 uur weer rustiger geworden. De Duitse soldaten waren inmiddels weer weggetrokken. De mensen die daags daarvoor waren gemobiliseerd kwamen tegen de middag weer terug.

Toen de bewoners weer in hun vertrouwde omgeving terug kwamen was de ellende op afstand al te zien. Vooral voor diegene die zagen dat hun boerderij helemaal in as lag. Er waren alleen nog wat smeulende resten overgebleven, wat voor de desbetreffende bewoners onbeschrijfelijk veel verdriet gaf

De boerderijen die in brand geschoten waren van de volgende families. Fam. Piet Ondersteijn (toen nog Poeldonk c 36, nu Hooidonk); fam. Bert van Hedel (Poeldonk c 32, nu Hooidonk); de boerderij van Peter van Alebeek (in de Groene weide, de woning stond op het eind van de zandweg) en de boerderij van Jan Goossens (Rijndonksestraat). De woning van Antoon van de Hofstad, (ook achter in de Groene Weide) brandde alleen het achterhuis(stal en schuur gedeelte) geheel af.

Er waren namelijk 5 oude boerderijen getroffen, meestal met rieten daken. Daarvan waren er 4 boerderijen geheel tot de grond toe afgebrand, één boerderij was gedeeltelijk in brand geschoten. In sommige gevallen brandde ook bijgebouwen rondom de boerderijen af. Zo ook de hooimijt van Peter van Alebeek die werd in brand geschoten was tijdens de strijd (hier zou een militair zwaar gewond in de hooimijt levend verbrand zijn). Het was een troosteloze aanblik voor de getroffenen om dat alles te moeten meemaken. Bij fam. v. Hedel gingen de bijgebouwen ook in rook op.

Er zijn nu op de Poeldonk weinig bewoners meer, die dat alles nog kunnen vertellen. Toch wilde ik graag wat weten komen, wat er daags na de strijd en wat voor een ellende al die gebeurtenissen had veroorzaakten.

De woning van Piet Ondersteijn was toen ook in brand geschoten, dus ging ik naar de buurman Jan Ondersteijn om hem daarover wat vragen te stellen, over de gevolgen na de strijd en hoe het leven toen verder ging.

Jan (inmiddels ongeveer 87 jaar) vertelde zijn verhaal. ” Ik stond samen mijn broer Toon ’s morgens, de 12e mei, al heel vroeg door een van de stalraampjes naar de Poeldonk kijken. Wij moesten onze koeien gaan melken maar niets wees erop dat het zou kunnen. De avond daarvoor was dat ook al niet mogelijk.

Wij zagen dat er Duitsers op de Hooidonk bij Jan Geldens, bezig waren met in stelling brengen van mortiergeschut die gericht stond naar de Poeldonk. Het zag er niet zo best uit en vader Piet maakte zich grote zorgen. Overal waren er Duitsers in onze buurt.

Heel vroeg in de morgen waren hier al Nederlandse militairen bij ons aan huis aangekomen. Ze hadden het echt koud en zagen er heel vermoeid uit. Zij hebben zich bij ons in de huiskamer een tijdje kunnen opwarmen aan de kachel. Opeens zei mijn vader, jongens nu moeten jullie echt gaan, want het wordt te gevaarlijk hier. De militairen trokken via d’n dries (een klein stukje weiland kort aan huis) het veld in.

Wij keken zo nu en dan door het raampje en we konden duidelijk zien dat er van alles te doen was, ook bij jullie aan huis en bij de boerderij van Bert v. Hedel waren nogal wat militairen actief. De eiken bomen stonden er toen al, dat belemmerde onze uitzicht een beetje.

Wij hadden inmiddels gezien dat het aantal Duitsers op de Hooidonk steeds in aantal toenam. Toen er plotseling geschoten werd vluchten wij zo snel mogelijk de groepstal in.

Even was het weer rustig en ik ging even naar buiten, maar plotseling werd er op de hoek van ons huis geschoten. Ik was flink geschrokken en liep snel naar binnen en vertelde mijn vader dat ik het eraf gebracht had. Zo nu en dan liep ik even buiten want je wilt het toch zien wat er allemaal gebeurt. Wij wisten wel dat het gevaarlijk was maar hadden het niet zo direct in de gaten hoe gevaarlijk het was.

Toch bleven wij, mijn broer Toon en ik, daarna weer door de stalraampjes kijken. Plotseling zagen wij het rieten dak van de boerderij van fam. v. Hedel branden. Er kwam veel rook vandaan. Ook de boerderij van Peter van Alebeek was in brand geschoten. Het ging echt fout.

Wij zagen steeds meer Duitse militairen richting de Poeldonk gaan. Een grote groep motorrijders reed richting de Poeldonk. Mijn vader had al wat voorbereidingen gedaan en wat spullen, kleren en etenswaar in het schuurtje gelegd, voor ingeval er iets zou gaan.

Wij bleven alles volgen door de stalraampjes.

Inmiddels hadden we al veel Duitsers naar de Poeldonk zien gaan. Ze hadden een gevechtspost ingericht bij fam. Schakenraad, bleek later. Ook deze boerderij vloog het dak in brand maar de Duitse militairen (die daar al waren) hadden de brand snel geblust, maar ik heb dat zelf niet meer gezien.

Want zoals wij naar al die gebeurtenissen bleven kijken, zagen wij plotseling, toen wij naar boven keken, vuur in de nok van het dak op onze stal. Het rieten dak van ons huis stond in brand terwijl wij daar niets van gemerkt hadden. De brand greep zo snel om zich heen dat wij niets meer uit onze woning konden redden. Ons huis brandde tot de grond toe af, er bleef niets over dan hoop puin en as.

Wij waren ergens weg gekropen toen de Duitsers naar ons toe kwamen, maar zij deden ons niets. Wij werden gesommeerd onder begeleiding van Duitse soldaten, om met hen mee te gaan. We werden afgevoerd naar Boer Goossens. Wij keken nog eens om en zagen dat van onze boerderij al bijna niets meer overgebleven was. Het was een trieste tocht, maar we hebben het leven nog,” zei Jan.

Jan vertelde verder zijn verhaal en zei, “bij Boer Goossens(hotel, café en restaurant) aangekomen was het niet zo heel druk in de grote zaal. Maar er kwamen steeds meer mensen waarvan sommige in paniek waren geraakt. Er werd van alles gezegd en voorspelt over hoe dit alles zou gaan aflopen, je werd er echt niet vrolijk van. Tussen 12.00 uur en 13.00 uur mochten wij weer naar huis, maar wij hadden geen huis meer, alleen nog maar een klein schuurtje.

Thuisgekomen, was het een treurige en hopeloze aanzien bij al die puinhoop met smeulende resten van onze boerderij. Alles waren wij kwijt. Geen familiefoto’s, geen oude spulletjes of mooie herinneringen van vroegere tijden, het was allemaal weg. Wij moesten opnieuw beginnen, maar hoe, het was op dat moment allemaal heel moeilijk.

Op d’n dries zagen wij een militair liggen. De Duitsers waren inmiddels weg, tenminste wij zagen er geen. Ik en mijn broer Toon gingen er voorzichtiger heen. De jonge militair leefde nog zagen wij. Maar opeens spuugde hij bloed en was dood. Wij hebben toen zijn portefeuille uit zijn jaszak genomen en gekeken wie hij was.

Zijn naam was, Jan Jansen van Dam. Ik weet dat heel zeker, want ik heb dat zo zelf gelezen. Hij kwam uit het plaatsje Leersum en in zijn brief stond te lezen, dat hij op Pinksteravond bij zijn vrouw of vriendin, thuis zou komen. Hij is hier gesneuveld, de portefeuille hadden wij weer terug in zijn jaszak gedaan en zijn naar binnen(schuurtje) gegaan”.

Ik vroeg aan Jan, waar zijn jullie na die brand gebleven? Jan zei, “ wij hebben de eerste dagen na de brand gewoon in dat kleine schuurtje gewoond en geslapen. Daarna hebben wij de barrak, die aan de Dungense brug stond, mogen ophalen. Wij moesten die wel zelf afbreken en bij ons weer opbouwen. Nou ja, dat hebben wij laten doen.

De barrak deed diens tijdens de mobilisatie als wachtpost voor de Nederlandse militairen Politie. Maar na de strijd op de Poeldonk had de inmiddels Duitse bezetter, deze post niet meer nodig. Wij mochten deze barrak als woning gaan gebruiken. Het was wel wat klein maar wij waren er mee geholpen”.

Intussen werd er voorbereidingen getroffen voor een nieuw te bouwen boerderij. Dat ging in die tijd heel snel. De boeren die gedupeerd waren na het afbranden van hun woning werden zo snel mogelijk geholpen met het bouwen van een nieuwe boerderij. Dit alles ging in de lijn van de Wederopbouw.

Deze boerderijen waren heel grote en moderne gebouwen. Ook het woonhuis gedeelte was ruim en was voorzien van een grote kelder. In het plafond was meestal mooi stukwerk aangebracht terwijl de muren met moderne kleuren waren geschilderd. In alle vertrekken kon je kachels plaatsen.

De boerderij was nog voor de winter klaar. Op de Poeldonk waren vier boerderij gebouwd, drie grote en een wat kleinere. De boerderij van Jan Ondersteijn (hier op de foto) is nog als enige in originele staat. Allen deze huizen zijn in 1940-1941 gebouwd en hebben rode daken.

“In het gesprek kreeg ik dus iets nieuws te horen over, Sergeant Jan Jansen van Dam. De bewoner Jan Ondersteijn vertelde mij een verhaal wat ik helemaal niet verwachte. Ik had reeds vernomen dat Jan Jansen van Dam, tengevolge van de strijd op de Poeldonk, zwaar gewond naar de Keerdijk was gelopen en daar aan verwondingen was gesneuveld. Maar nu kreeg ik plotseling te horen dat, Jan Jansen van Dam niet tegenover ons huis (waar de strijd plaatsvond) maar een twee honderd meter verder naar Den Dungen, in het veld gewond is geraakt en is gesneuveld. Ik, Vanwege de tegenstrijdige berichten, zal ik binnenkort naar de archieven van Instituut Militairen Geschiedenis gaan.

De boerderij van Antoon van der Hofstad, waar het achterhuis helemaal afbrandde is gedekt met zwarte dakpannen, alleen het achterhuis (stal en schuur) is in 1940 nog herbouwd.

Hoe het met fam. Jan Goossens in de Rijndonk is gegaan tijdens die oorlogsdagen kan ik niet nagaan, deze boerderij is geheel opnieuw gebouwd. Zo is dat ook gegaan met de boerderij van fam. v. Alebeek, maar ook hiervan is mij daarover weinig bekend.

De boerderij van fam. B. v. Hedel, ook met rieten dak, brandde geheel af. Ook hier was niets meer overgebleven. Zelfs de bijgebouwen waren grotendeels afgebrand. De familie v. Hedel zat daarna in grote problemen. Het boeren moest zoals bij de andere gewoon doorgaan. Gelukkig was er een woning aan de Keerdijk, die toevallig leeg kwam te staan en bewoond zou gaan worden door fam. v.d.Hofstad.

Fam. v.d. Hofstad zou begin mei verhuizen naar de woning, Keerdijk 2a, maar omdat familie V. Hedel in problemen waren geraakt door het afbranden van hun boerderij, stelde familie V.d. Hofstad deze woning tijdelijk beschikbaar voor de gedupeerde familie V. Hedel.

Tijdens de bouw van de nieuwe boerderij kon fam. v. Hedel gewoon doorgaan met boeren en tuinen. In ieder geval in het najaar rond 10 december 1940 zijn zij, volgens de gegevens, weer terug gegaan naar hun adres Poeldonk C 32.

Ook fam. v. Hedel had een nieuwe grote boerderij laten bouwen dat in opdracht van de “Wederopbouw” was gebouwd, dat noemen ze in de volksmond “oorlogshuizen." 

De Duitse regering betaalde een redelijke compensatie mee aan de nieuwe boerderijen, of woningen, de eigenaren moesten natuurlijk zelf ook een bedrag aan meebetalen.

De boerderijen zijn zoals beschreven stevige en degelijke. Er was een paardenstal en plaats voor zo’n 8 tal koeien en een 4 tal kalveren. De schuur is heel groot en de hooizolder was van beton, sommige boerderijen waren voorzien van ontluchting boven in het dak van de hooizolder. Er was een varkens afdeling en de koeien konden (toen al) de gehele dag water drinken. Heel modern waren zulke boerderijen in die tijd.

Het woonhuisgedeelte was zeer ruim. Eerst stonden bij deze drie nieuwe boerderijen, oude boerderijen met rieten daken. Maar, dat wil natuurlijk niet zeggen dat voor de desbetreffende bewoners alles opgelost was, nee hoor, het was een verschrikkelijk tijd voor hen allen op dat moment.

Voor de bewoners betekende dat zij na de brand, al hun bezittingen waren kwijtgeraakt. De inboedel, huisraad, kleren, misschien geld, trouwfoto’s (familiealbums), oude herinneringen met emotionele waarden, die ze van hun ouders of voorouders hadden gekregen of hadden overgenomen.

Alles was verbrand, er was helemaal niets meer overgebleven dan de kleren die ze zelf aan hadden. Ze moesten als het waren helemaal opnieuw beginnen en dat viel niet mee in oorlogstijd. Natuurlijk was het niet op de Poeldonk alleen waar vreselijke dingen gebeurde, op vele plaatsen in geheel Nederland was er narigheid ontstaan.

Het huis van fam. Schuurmans (ons huis) stond zowat midden in de vuurlinie. Oud-strijder Jan Scheele zei kortgeleden nog tegen mij, “Ik kan nog steeds niet begrijpen dat jullie huis is blijven staan en dat het niet platgeschoten is. Ik was daar tijdens het gevecht, het was een en al kogels en granaten, het is een wonder dat jullie huis is blijven staan”.

Er was wel veel schade aan onze woning vertelde mijn vader. De ruiten waren bijna allemaal kapot geschoten en de dakpannen zaten vol kogelgaten. Binnen in huis waren de huisdeuren en inboedel flink beschadigd. Wij hebben veel geluk gehad, zei mijn vader altijd.

 
Copyright © 2003-2017 by www.monumentpoeldonk.nl.
Website maintenance by DABBLER Productions NL

Laatste wijziging 20-08-2017 15:30:07

      Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is niet toegestaan om bovenstaande te gebruiken voor commerciële doeleinden.