Piet Luteijn

Opdat wij niet vergeten

Home Omhoog Site wijzigingen Links Bronnen Disclaimer

Omhoog

Oud-strijder Piet Luteijn

Op zondagmorgen 27 Januari 2002 kwam Harrie Minkels (vroeger van de Keerdijk) bij mij op visite. Tijdens het kopje koffie ging het gesprek deze keer over de oorlogstijd, wat er aan de Dungense brug gebeurde en over het gevecht hier aan huis.

Op Pinkstermorgen de 12e Mei 1940, is er een hevig gevecht geweest tegen de Duitse verkenningseenheid. Daarbij zijn drie Nederlandse militairen gesneuveld.

Zij die vielen voor onze vrijheid waren, Majoor Eduard Georg Döbken, Sergeant Jan Jansen van Dam en Soldaat Abraham van Lenten.

Ik vertelde Harrie dat ik bezig was met het opsporen van oud-strijders die hier hebben gestreden onder commando van Majoor Döbken. Ook wilde ik families van de gesneuvelden militairen proberen te bereiken.

In het gesprek daarover zei Harrie: “Bij ons aan huis was een militair aangekomen, die door mijn vader aan andere kleding, (burgerkleding) was geholpen. Mijn vader had die kleding naar de militair gegooid die langs de Rijndonksestraat (toen zandweg) in de sloot verborgen lag.”

Harrie had de naam van de soldaat nog in zijn gedachten, en zei, ” ik weet ongeveer zijn naam dat eindigde met, tijn, Letijn, Marijn, of zoiets. Ook weet ik dat hij uit het plaatsje Schoondijk of Schoondijke kwam, ergens in provincie Zeeland”

“Ik weet nu genoeg, ik ga proberen hem opsporen” was mijn antwoord.

Diezelfde middag ging ik op zoek via het elektronische telefoonboek (Internet).

Bij het intypen van namen kwam ik tenslotte bij de naam Luteijn terecht. Ik nam de telefoon en ging bellen, maar de eerste telefoon ging mis. Dan de tweede naam van Luteijn maar proberen en nu lukte het. “Met Luteijn” klonk het aan de andere kant.

Ik maakte mij bekend en zei, ” ik ben op zoek naar een oud-strijder die in Den Dungen als militair heeft moeten strijden tegen de Duitsers”. Ik hoefde niets meer te zeggen, want aan de andere kant van de lijn klonk, ” ik zal mijn vader even roepen”.

Eventjes was het stil, plotseling riep de man met duidelijke stem:”Met Luteijn”.

Ik zei mijn naam en vroeg hem, of hij in de oorlog als militair nabij de Dungense brug is geweest.

“Jazeker, ik ben daar geweest en er is toen heel wat gebeurd daar bij jullie in de buurt. Dat is al lang geleden, ik ben nu 93 jaar. Maar ik ben nog eens terug geweest in De Dungen. Ik ben toen ook bij slagerij Foolen geweest, om de geleende burgerkleding terug te brengen. Ik had die kleding daar op zolder aangedaan na de strijd bij jullie op de Poeldonk”.

Ik had een oorlogsveteraan gevonden, zijn naam was Piet Luteijn uit het plaatsje Schoondijke. Na het gesprek beloofde ik hem wat poststukken te sturen zodat hij een duidelijke overzicht kreeg betreffende de herdenkingen en waarmee ik bezig was.

Even terug naar het verhaal van Harrie Minkels: Hij vertelde mij dat die militair in de sloot langs de Rijndonksestraat, de heer Luteijn geweest zou zijn. De heer Luteijn vertelde mij nu een ander verhaal aan de telefoon, deze kwam niet overeen wat Harrie mij vertelde. “Ik heb mij lelijk vergist” zei Harrie. Wie die man dan wel was zal waarschijnlijk een vraagteken blijven. Jan Minkels(zijn vader dus) had twee militairen geholpen in die dagen na het gevecht. Hij heeft toen veel risico genomen, hebben bekende mensen mij verteld.

Ik had dus een oorlogsveteraan gevonden en ik dacht, er komen er zeker nog meer. Nu ging ik actief verder via officiële instanties. Ik schreef brieven naar Nederlandse Instituut voor Oorlogsdocumentatie(NIOD), naar Ministerie van Defensie, naar Instituut voor Militaire geschiedenis. Ook ging ik via internet zoeken of er iets te vinden was wat mij hulp zou kunnen bieden bij het zoeken van oud-strijders.

Maar er kwam geen vooruitgang om namen van Oud-strijders te vinden die hier geweest waren.

Om gegevens te krijgen van officiële instanties speelt de wet van privacy een grote rol, wat natuurlijk een goede zaak is. Ik kwam nu voor de jaarlijkse herdenking van 2002, niet verder dan één opgespoorde Oud-strijder. Wel families van de gesneuvelden militairen heb ik kunnen benaderen.

Ondertussen ontwikkelde de contacten met de heer Luteijn zeer goed. Ik had hem gevraagd, of hij de mogelijkheid had om een bezoekje aan ons te brengen. Ik vertelde Piet, dat we tijdens het bezoekje het monument kunnen bekijken. Ook kunnen we dan naar de Dungense brug gaan en naar het huis van (toen nog slagerij Foolen), de plaats waar jij toen geweest bent. Wij hebben ook video opnames van de 4 Mei herdenkingen die kunnen we u laten zien, zodat je goed op de hoogte bent hoe het hier gaat. Dit alles is gemakkelijk als jij naar de komende dodenherdenking zou kunnen komen. De afspraak was zo geregeld.

<Piet Luteijn wist niet dat er een oorlogsmonument stond in Den Dungen en wel op de plaats waar het onheil heeft afgespeeld>

Op donderdag 4 april 2002, kwam Piet Luteijn en zijn zoon Tonnie bij ons op visite. Het was prachtig weer en de zon was ruim vertegenwoordigd.

Het was een heel prettige ontmoeting aan het monument waar we bezig waren. Ik stond verbaasd dat Piet Luteijn zo vlug was maar vooral dat hij alles zo goed kon vertellen wat er hier gebeurde, nabij de plaats van het monument.

Je zou niet zeggen dat Piet 93 jaar jong is.

Wij, Albert en ik, waren bezig met een poortje dat in de nabijheid van het monument moest komen. Eerst kon je alleen via de inrit van onze woning bij het monument komen. Dit hebben we veranderd door het aanbrengen van een betonnen buis in de sloot waardoor wij een nieuwe ingang kregen naar het monument zodat het nu gemakkelijk bereikbaar is vanaf de straatweg.

Die veranderingen waren nodig omdat ik een plaquette had aangevraagd bij de gemeente Sint-Michielsgestel waar de namen van de gesneuvelden militairen op zou komen staan. De plaquette moest toen nog op het monument aangebracht worden.

Ook moesten wij een begeleidingsbordje met tekst daarop aan het monument plaatsen. De bezoekers kunnen dan van dichtbij lezen wat er op 12 Mei 1940, hier is voorgevallen tijdens de Duitse aanval.

Onze gasten bekeken het monument aandachtig terwijl wij daarover enig uitleg gaven. We hebben wat foto’s gemaakt en zijn naar binnen gegaan waar de koffie al klaar stond. Aan de keukentafel ging het gesprek verder.

Even later zijn wij een kijkje gaan nemen bij de Dungense brug, waar Piet 62 jaar geleden ook was geweest. Daar begon Piet te vertellen wat er hier gebeurden.

Luteijn, “Het is 11 Mei 1940, dat wij hier halfweg in de voormiddag aankwamen. Het was hier niet veilig meer, omdat de Duitsers al aan de noordzijde van de Zuid-Willemsvaart waren gesignaleerd.

We hadden de gehele nacht gelopen vanaf Grave tot Den Bosch. ’s-Morgens 11 Mei, zijn we hier aangekomen. Toen de laatste militairen van onze bataljon waren gearriveerd en tevens over de brug waren, hebben onze militairen de Dungense brug opgeblazen. Dat was ongeveer tussen, 11.30 uur –12.00 uur. Dit deden ze om de Duitsers op afstand te kunnen houden. Het was er al niet veilig meer omdat we al enkele Duitsers hadden gezien.

We hebben wat werkzaamheden moeten verrichten, zoals mitrailleurs opstellen en ons ingegraven zodat we eindelijk konden rusten. Maar er was weinig rust, iedereen was onrustig en gespannen.

Tussendoor werden wij rustig gehouden door onze leiding. Op een gegeven moment kwam Sergeant Majoor de Bruijn met een boodschap, die vertelden, “ Jongens, ik ben in Tilburg geweest, daar hebben ze mij medegedeeld, dat de Fransen met gejuich zijn ontvangen. De Fransen zijn in aantocht en komen ons helpen.”

Maar het Franse leger kwam niet opdagen.

Piet zag het cafeetje “de Dungense brug”, en zei, ” daar had Majoor Döbken met zijn staf zijn intrek genomen. Van daaruit werden de orders aan ons doorgegeven. Ik heb daar geslapen na het gevecht toen de Duitsers vertrokken waren.”

We wandelden verder, de heer Luteijn liep stevig door zonder om te kijken en stond bij slagerij Foolen stil. Wij gingen bij Piet staan en luisterden aandachtig.

Piet herinnerde zich en begon te vertellen, “hier ben ik terechtgekomen na het verschrikkelijke gevecht van de 12e Mei bij jullie aan huis. Hier stond ook een mitrailleur opgesteld onder aan de dijk. In dat huis (bij slagerij Foolen) ben ik naar binnen gegaan om wat eten te zoeken. Ik had al een paar dagen weinig gegeten. Al vlug had ik een stuk ham gevonden, maar die was ontzettend zout.

Je moet begrijpen, toen Majoor Döbken was gesneuveld kregen wij het bevel (van wie is onbekend) om ons terug te trekken. Iedereen ging toen zijn eigen weg, de organisatie viel helemaal uiteen op dat moment.

Er waren nog veel Duitsers in de buurt en vooral nabij de Dungense brug. Ik moest mij zien te verkleden en ging naar boven om te kijken of er ergens kleding lag. Ik had geluk en kon mij omkleden. Je bent toch bang dat je anders opgepakt wordt door de Duitsers. De kans is dan groot dat je in krijgsgevangenschap terechtkomt. Ik was daar natuurlijk heel bang voor.

Een gedeelte van onze bataljon bevonden zich hier op het stukje weg tussen slagerij Foolen en het café aan de brug. Het werd steeds onrustiger bij de brug.

Op een begeven moment kwamen de Duitsers op onze militairen af en vielen die aan. Mijn kameraden kwamen daardoor in Duitse handen. Ik zag ze met de handen omhoog, onder schot gehouden dat ze werden afgevoerd. Zij moesten via het vlot, dat over het kanaal lag, naar de overzijde gaan. Ik heb ze nooit meer gezien of iets daarvan gehoord. (vlot was vermoedelijk rijweg van opgeblazen brug)

Het werd rustig en de Duitsers waren weggegaan. Ik bleef alleen achter. Er stond wat vee in de schuur. Die gaf ik wat hooi en drinken(geen leidingwater) en nam zelf ook wat drinken. Na een tijdje wachten liep ik naar het café aan de brug, met de hoop dat er niemand meer zou zijn. Dat bleek ook zo, ik zocht eten maar dat was er niets te vinden. Wel zat er suiker in de pot, die heb ik leeggemaakt. Een glaasje drinken had ik wel gevonden(bier). Ik heb me daarna in de vloermat gerold en sliep meteen. Plotseling werd ik in het donker wakker geschopt door een Duitser die over mij heen viel. Hij was blijkbaar zo erg geschrokken dat hij direct weg liep. Hij kwam terug met viertal Duitsers, ze keken even met een zaklamp en gingen weer. Ze lieten mij liggen zodat ik kon doorslapen.

’s-Morgens toen ik wakker werd wist ik niet goed wat ik moest doen. Ik liep wat rond richting materialenwagen. Maar die was al weg. Ik liep over de dijk(Keerdijk) en zag daar een boer. Ik ben daar naar toe gegaan en kreeg te eten en te drinken. Die boer bleek Jan Minkels te zijn en was melkkannen op zijn vrachtfiets aan het vastbinden. Na even gerust te hebben, ging ik met boer Minkels samen met zijn zoon Wim, naar Den Bosch. Zij wezen mij welke richting ik moest gaan om naar huis te gaan. Ik heb afscheid genomen en ging daar weg.

Onderweg zag ik niets anders dan kapot geschoten huizen. Ook onze keukenwagen trof ik daar aan, er was helemaal niets meer van over. Het eten en drinken kreeg je bij de boeren of van tuinders die er toen gelukkig veel waren. Slapen deed je in een droge sloot of ergens bij de boeren in het hooi. Ik fietste of liep als het ware achter de frontlinies aan. De wegen gingen toen allemaal over dorpjes. Fietsen lagen er genoeg en als je onderweg pech zou krijgen, nam je gewoon een andere fiets”.

Even terug naar het cafeetje: toen we daar waren zei Piet, “ Majoor Döbken had hier zijn zetel. Hij was een goed en een eerlijke man” Eventjes was het stil, “Majoor Döbken liep altijd voorop, hij was voor ons het grote voorbeeld.”

Het cafeetje werd in die tijd door familie Korsten bewoond en zal toen al café, “De Dungense Brug” geheten hebben.

Wij stonden nu aan de ingang van het café en zijn naar binnen gegaan. We bestelde enkele glaasjes bier, wat ons goed liet smaken.

Tijdens het gesprek bij het glaasje bier zei Piet Luteijn, ” een groot verschil met 62 jaar geleden. Daar stond de bar en daar heb ik op de grond geslapen” de herinneringen joegen door zijn hoofd, “ er was toen bijna niets te drinken en nu zoveel we lusten”, weer was het even stil toen Piet zei, “ ik ben hier wel eens terug geweest hoor, ik moest de suiker nog gaan betalen die ik toen had opgesnoept. Maar de eigenaar wilden daarvoor niets hebben.”

Het is eigenlijk een wonder te noemen dat Piet Luteijn gezien zijn leeftijd, 93 jaar, weer in het cafeetje was aan de Dungense brug. Nu zat hij samen met ons aan een heerlijk koel pilsje. Ik zeg gerust, dat ik hiervan genoten heb en heel blij ben dat ik dit zo meegemaakt heb. Door de zoektocht kwam ik samen met een oud-strijder in het cafeetje waar hij 62 jaar geleden andere tijden heeft meegemaakt.

Weer thuisgekomen na de wandeling over de Poeldonk hadden wij voor onze gasten, nu met zus Tiny erbij, een lekker diner aangeboden.

Het was heel gemoedelijk en gezellig aan tafel. Piet Luteijn en zoon Tonnie genoten zichtbaar van dit alles.

We hadden veel bekeken en veel gehoord over wat Piet heeft meegemaakt. We waren naar Harrie Minkels geweest en naar molenaar Toelen. (Hoe kan het anders, Piet Luteijn was ook molenaar van beroep). Ook zijn we naar de oude woning van Jan Minkels op de Keerdijk gegaan, maar die is zoveel veranderd, Piet herkende de boerderij van toen nu niet meer.

Piet Luteijn was op 4 Mei 2002 uitgenodigd door gemeente Sint-Michielsgestel om de jaarlijkse herdenking bij te wonen. Hij had daaraan gehoor gegeven en is bij de herdenking aanwezig geweest waar hij ook een toespraak heeft gehouden. Ook heeft hij samen met Jan Scheele de plaquette mogen onthullen.

De herdenking 2002, was heel bijzonder te noemen, omdat families van de gesneuvelden, nu bloemen aan het monument lieten leggen. Ik mocht bloemen leggen namens de nabestaande van Majoor Döbken.

Ook de heer en mevrouw van der Meij-Gerritsen uit het plaatsje Leersum waren uitgenodigd om bij de herdenking aanwezig.

Zij waren nu aanwezig om, Ome Jan Jansen van Dam te gedenken.

Het opspoorwerk gaf mij innerlijk veel voldoening. Vooral omdat de families niet wisten dat er een oorlogsmonument was opgericht hier op de plek waar zoveel gebeurden. Nu weten alle Oud-strijders en ook families van de gesneuvelden, dat hun dierbaren, hier jaarlijks kunnen gedenken.     

Ook in 2003, was Piet Luteijn weer bij de herdenking aanwezig omdat hij wederom een uitnodiging had ontvangen.

Een eenvoudig oud-strijder zoals Piet Luteijn is, blijkt wel wat hij eens tegen mij zei over zijn belevenis hier op de Poeldonk: “Het waren zeer angstige momenten hier op de Poeldonk en aan de Dungense brug. Dat was voor iedereen hetzelfde die aan de strijd moest deelnemen. Maar je moet begrijpen Martien, ik heb maar een heel klein deel van het oorlogsgebeuren meegemaakt, er zijn militairen die het veel zwaarder hebben gehad dan ik, en er zijn ook militairen die veel ergere dingen hebben meegemaakt dan ik. Maar het blijft wel altijd in je gedachten wat er toen gebeurde hier op de Poeldonk, ook al is het een kort en een hevig gevecht geweest.”

Je kunt als het waren er van uitgaan, dat Piet Luteijn als militair ongeveer hetzelfde heeft meegemaakt als zijn makker A.D. Goedegebuure. Bram Goedegebuure ging net als Piet Luteijn over dezelfde wegen naar huiswaarts. Bram moest naar richting Tholen en Piet moest over de Westerschelde (“de hond”) zien te komen. Daarvoor moest hij naar een buurtschipper, om dat voor elkaar te krijgen.

Natuurlijk ben ik met enkele van mijn familie bij Piet Luteijn en zoon Tonnie op visite geweest. Telkens was het fijn om daar te zijn. Heerlijk in de polder en lekker over het boerenleven praten (dat doe ik graag) Ook naar het strand om daar te gaan wandelen met Piet. Urenlang over het strand wandelen bij Cadzand of Breskens. Heerlijk rustig en ontspannend, en tegelijk wat bijpraten en genieten van de wind en het geluid van de bruisende golven.

Een heel groot verschil is het die verre vlakte van Zeeland tegenover het veel te drukken Brabant. Het zou jammer zijn als provincie Zeeland ook volgebouwd zou gaan worden. Laat het een open en een heerlijke agrarisch karakter blijven, het is goed voor de natuur en veel mooier dan al die flats, kantoren of stenen en stalen bouwwerken. Dat is zo mijn mening.

Ik ben ontzettend blij dat ik deze man, door het opsporen heb mogen ontmoeten.

Een interessante man, die heel veel kan vertellen over landbouw het oude boerenleven, en vooral over zijn molenaarsvak. Ik houd daar veel van.

Bedankt, Piet Luteijn en zoon Tonnie tot volgend jaar weer in Den Dungen.

 
Copyright © 2003-2017 by www.monumentpoeldonk.nl.
Website maintenance by DABBLER Productions NL

Laatste wijziging 20-08-2017 15:30:13

      Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is niet toegestaan om bovenstaande te gebruiken voor commerciële doeleinden.